Kleine André vindt de maan heel mooi. Elke dag kijkt hij ernaar. Overdag is de maan grijs, maar ’s nachts is hij geel. ‘Waarvan is de maan eigenlijk gemaakt?’ vraagt hij aan muis. ‘Van diamant? Of van kaas misschien?’ André zou er weleens een hapje uit willen nemen…
Kleine André en zijn onafscheidelijke vriendje Muis houden van de maan. Ze willen weten waarvan de maan eigenlijk is gemaakt. Met een oude raket en in een heus ruimtepak vliegen ze naar de maan. Onderweg haakt nog een ruimteschip (een pastelkleurige caravan met boerenbonte gordijntjes) met marsmannetjes bij hen aan. Het wordt een leuke bedoening op de maan, die gewoon uit zand bestaat. Ze reizen veilig terug naar huis. De auteur schreef de tekst tijdens zijn lange verblijf in het Internationale Ruimtestation ISS. Het verhaal geeft enige basisinformatie over ruimtereizen, maar het is vooral een fantasierijke vertelling over een jongetje dat gefascineerd is door de maan. Muis als metgezel geeft kleine André een vertrouwd gevoel. De paginavullende illustraties zijn de blikvangers van dit prentenboek. Ze hebben een wisselend perspectief en zijn gemaakt in een gemengde techniek, met foto’s, collages, verf en inkt. Het dromerige jongetje, de weidse ruimte met wisselende kleuren en de speelse marsmannetjes zijn helder en aantrekkelijk uitgebeeld. De tekst laat zich vlot voorlezen en is op een creatieve manier in de illustraties verwerkt. Vanaf ca. 4 jaar.